In een vonnis van 11 april 2016 ( C/10/495913 / HA RK 16-132 )heeft de rechtbank Rotterdam geoordeeld dat in een geval van nek-en rugklachten een neurologische expertise diende te gescheiden. Betrokkene, die als bijrijder weer aangereden door een vrachtwagen met oplegger, stelde zich op het standpunt dat neurologisch onderzoek niet zinvol zou zijn, omdat er sprake was van niet-objectiveerbaar letsel. De rechtbank was van oordeel dat een neurologisch onderzoek uitsluitsel zou kunnen bieden of er inderdaad sprake was van niet-objectiverbaare nekklachten, een oordeel zou kunnen geven over de vraag of de klachten aanwezig, reëel, niet ingebeeld, niet voorgewend en niet overdreven waren ( de bekende de Greef criteria ) en in hoeverre er sprake was van pre-existentie.De rechtbank achtte ( o.a ) op grond hiervan een neurologische experts een logische en relevante stap in de schadeafwikkeling.
Ga terug naar nieuws